In mijn allereerste blog schreef ik dat ik wilde leren hoe je ict en media betekenisvol in het onderwijsaanbod kunt toepassen. Ik durf nu te zeggen dat ik weet hoe dat moet, maar ook zeker waarom het zo belangrijk is om ict en media in het onderwijsaanbod toe te passen. Hier wil ik in deze blog wat dieper op ingaan.
Het dagelijks leven van veel kinderen ziet er namelijk anders uit dan dat van mij 'vroeger'. Het is een feit dat de maatschappij steeds meer aan het digitaliseren is. Uit een onderzoek van Hi's kinderlabel HI PrePay Young uit 2012 is gebleken dat inmiddels 60% van de kinderen een mobiele telefoon heeft (Onbekend, 2012). Bizar in mijn ogen, ik kreeg mijn allereerste telefoon, een Motorola, in groep 8. Deze telefoon kocht ik voor maar liefs 10 euro, maar ik kreeg er dan wel meteen 10 euro beltegoed bij (ik denk dat het duidelijk is wat voor telefoon dat geweest moet zijn). Nu is het heel normaal als je een telefoon (vaak smartphone) hebt, eigenlijk gek als je er nog geen hebt. Ik hoor wel eens argumenten van ouders dat ze hun kind een telefoon geven omdat ze bang zijn dat ze anders gepest worden of buiten de groep vallen. Ja je zult als 8-jarige maar een niet in een groepsapp kunnen deelnemen, een grote ramp!
Al vind ik dat kinderen soms wel heel vroeg een telefoon krijgen, ik ben wel van mening dat het onderwijs hierin mee moet gaan. In de minor kwam veel naar voren dat er eigenlijk nooit iets met die telefoons gedaan wordt op school, ze zijn alleen verboden. Alleen begrijpen niet alle leerkrachten dat niet alleen de maatschappij verandert, maar ook het onderwijs. We leven namelijk in een netwerksamenleving (society 3.0). Iedereen weet door de verschillende verbindingen (Internet en media) wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt.
De naam society 3.0 zegt het al, er zijn dus ook een society 1.0 en 2.0. In de afbeelding hieronder kun je het verschil tussen deze samenlevingen zien (afbeelding http://www.scientias.nl/).
Het dagelijks leven van veel kinderen ziet er namelijk anders uit dan dat van mij 'vroeger'. Het is een feit dat de maatschappij steeds meer aan het digitaliseren is. Uit een onderzoek van Hi's kinderlabel HI PrePay Young uit 2012 is gebleken dat inmiddels 60% van de kinderen een mobiele telefoon heeft (Onbekend, 2012). Bizar in mijn ogen, ik kreeg mijn allereerste telefoon, een Motorola, in groep 8. Deze telefoon kocht ik voor maar liefs 10 euro, maar ik kreeg er dan wel meteen 10 euro beltegoed bij (ik denk dat het duidelijk is wat voor telefoon dat geweest moet zijn). Nu is het heel normaal als je een telefoon (vaak smartphone) hebt, eigenlijk gek als je er nog geen hebt. Ik hoor wel eens argumenten van ouders dat ze hun kind een telefoon geven omdat ze bang zijn dat ze anders gepest worden of buiten de groep vallen. Ja je zult als 8-jarige maar een niet in een groepsapp kunnen deelnemen, een grote ramp!
Al vind ik dat kinderen soms wel heel vroeg een telefoon krijgen, ik ben wel van mening dat het onderwijs hierin mee moet gaan. In de minor kwam veel naar voren dat er eigenlijk nooit iets met die telefoons gedaan wordt op school, ze zijn alleen verboden. Alleen begrijpen niet alle leerkrachten dat niet alleen de maatschappij verandert, maar ook het onderwijs. We leven namelijk in een netwerksamenleving (society 3.0). Iedereen weet door de verschillende verbindingen (Internet en media) wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt.
De naam society 3.0 zegt het al, er zijn dus ook een society 1.0 en 2.0. In de afbeelding hieronder kun je het verschil tussen deze samenlevingen zien (afbeelding http://www.scientias.nl/).
Bij web 1.0, of ook wel society 1.0, zie je dat er maar één duidelijke richting van het geven en ontvangen van berichten is. In het onderwijs is het zo dat er een grote afstand is tussen de leerkracht en het kind. Er is hier zeker geen interactief lesaanbod. Gelukkig kom je dit onderwijs nog zelden tegen.
Bij society 2.0 zie je dat de pijlen twee kanten op staan. De leerkracht en het kind wisselen informatie uit. De kinderen krijgen steeds meer te zeggen. De band tussen de leerkracht en het kind wordt beter. Dit is de periode waarin ik les heb gehad. Onze inbreng werd al wel gewaardeerd.
Society 3.0, de pijlen gaan twee kanten uit. De leerkracht en het kind blijven steeds maar informatie uitwisselen. Kinderen leren hierbij vanuit zichzelf en samen met andere kinderen. Hierbij wordt er vaak gesproken over 21st Century Skills (Lees hierover in een eerdere blog). Er wordt hierbij gebruik gemaakt van veel verschillend materiaal en media (Internet, telefoons, tablets, computers en televisie).
Het is dus zaak dat je als leerkracht inspeelt in de veranderingen in het onderwijs. Ook in het onderwijs wordt er dus steeds meer gebruik gemaakt van verschillende media. Het is de taak van de leerkracht om te kijken welke interactieve media aansluiten bij de kinderen uit jouw klas. Wat doen ze thuis: welke games spelen ze?, op welke fora zitten ze? welke sociale media gebruiken ze? Wanneer je dit allemaal weet kun je als leerkracht proberen bij deze interesses aan te sluiten. Het is een uitdaging om hiermee de motivatie en de resultaten te verbeteren (Beemt, 2014). Elke klas kan zijn eigen diversiteit hebben, zorg dus dat je als leerkracht je kinderen kent!
Bronnen:
- Auteur onbekend (2012).
http://www.telecompaper.com/nieuws/60-basisschoolkinderen-heeft-mobiel-toestel--893793
- Beemt, van den A., (2014). Leren met interactieve media. Assen: van Gorcum.
Bij society 2.0 zie je dat de pijlen twee kanten op staan. De leerkracht en het kind wisselen informatie uit. De kinderen krijgen steeds meer te zeggen. De band tussen de leerkracht en het kind wordt beter. Dit is de periode waarin ik les heb gehad. Onze inbreng werd al wel gewaardeerd.
Society 3.0, de pijlen gaan twee kanten uit. De leerkracht en het kind blijven steeds maar informatie uitwisselen. Kinderen leren hierbij vanuit zichzelf en samen met andere kinderen. Hierbij wordt er vaak gesproken over 21st Century Skills (Lees hierover in een eerdere blog). Er wordt hierbij gebruik gemaakt van veel verschillend materiaal en media (Internet, telefoons, tablets, computers en televisie).
Het is dus zaak dat je als leerkracht inspeelt in de veranderingen in het onderwijs. Ook in het onderwijs wordt er dus steeds meer gebruik gemaakt van verschillende media. Het is de taak van de leerkracht om te kijken welke interactieve media aansluiten bij de kinderen uit jouw klas. Wat doen ze thuis: welke games spelen ze?, op welke fora zitten ze? welke sociale media gebruiken ze? Wanneer je dit allemaal weet kun je als leerkracht proberen bij deze interesses aan te sluiten. Het is een uitdaging om hiermee de motivatie en de resultaten te verbeteren (Beemt, 2014). Elke klas kan zijn eigen diversiteit hebben, zorg dus dat je als leerkracht je kinderen kent!
Bronnen:
- Auteur onbekend (2012).
http://www.telecompaper.com/nieuws/60-basisschoolkinderen-heeft-mobiel-toestel--893793
- Beemt, van den A., (2014). Leren met interactieve media. Assen: van Gorcum.