Steeds meer kinderen maken gebruik van social media: uit een onderzoek van Kennisnet (2012) is gebleken dat van de ruim 2600 ondervraagde kinderen tussen de 8 en 18 jaar, 49% gebruik maakt van Facebook en 34% een profiel heeft op Twitter. Slechts 13% van de 'ondervraagden' heeft nergens een account. Deze gegevens zijn onderzocht in het jaar 2012, inmiddels zijn we alweer 2 jaar verder en zitten we in het jaar 2014. Het percentage dat gebruik maakt van deze social media zal waarschijnlijk alweer hoger liggen.
Social media zijn thuis belangrijk voor kinderen, het is dan ook belangrijk kinderen wegwijs te maken met deze media. Antoine van den Beemt (2014) beaamt dat deze lessen van belang zijn. Kinderen zijn volgens hem namelijk technologiegericht, maar niet vanzelfsprekend technologievaardig. Kinderen weten niet altijd hoe technologie werkt en waarvoor het ingezet kan worden. Aan de leerkracht dus de taak om de kinderen wegwijs te maken met social media. Natuurlijk kun je jezelf afvragen waarom een leraar kinderen wegwijs moet maken op het net, ze maken hier immers vooral thuis gebruik van. Kinderen maken thuis inderdaad meer gebruik van social media, maar is het niet de taak van de leerkracht om aan te sluiten bij de leef- en belevingswereld van het kind?! De leefwereld is het milieu waarin een kind opgroeit en de belevingswereld is de wereld vanuit kinderperspectief (Taalalert, onbekend). Social media liggen nu eenmaal in deze leef- en belevingswereld (kijk maar naar de cijfers), dus als leerkracht kun je er ook niet meer omheen. Het is nu eenmaal jouw taak als leerkracht om een leeromgeving te ontwikkelen waarin het leren het beste aansluit bij behoeften, interesses en persoonlijke situatie van leerlingen (Beemt, 2014).
Het gebruik van social media leeft ook op mijn oude stageschool. Op vrijdag 21 februari heb ik in het kader van het project, social media, in groep 6/7 een les gegeven over het gebruik en de gevaren van social media. Aan de hand van een Prowise presentatie (Prowise, 2013), een online presentatieoplossing, heb ik de kinderen meegenomen in de wereld van social media. Mijn eerste vraag aan de kinderen was: wat zijn social media nou eigenlijk? Ik vond het opvallend dat de kinderen veel voorbeelden van social media noemden (en ze kenden er veel), maar in het begin het doel van social media achterwegen lieten. Na een aantal gerichte vragen kwam er een mooi antwoord van een jongen uit de klas: "Social media zijn allemaal 'programma's' waarmee je kunt communiceren met anderen.". Met dit antwoord ging ik verder en ik legde uit dat je met social media contact kon hebben met andere via de computer, of moeilijker gezegd: 'Social media zijn media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt.' (Jong, onbekend).
Social media zijn thuis belangrijk voor kinderen, het is dan ook belangrijk kinderen wegwijs te maken met deze media. Antoine van den Beemt (2014) beaamt dat deze lessen van belang zijn. Kinderen zijn volgens hem namelijk technologiegericht, maar niet vanzelfsprekend technologievaardig. Kinderen weten niet altijd hoe technologie werkt en waarvoor het ingezet kan worden. Aan de leerkracht dus de taak om de kinderen wegwijs te maken met social media. Natuurlijk kun je jezelf afvragen waarom een leraar kinderen wegwijs moet maken op het net, ze maken hier immers vooral thuis gebruik van. Kinderen maken thuis inderdaad meer gebruik van social media, maar is het niet de taak van de leerkracht om aan te sluiten bij de leef- en belevingswereld van het kind?! De leefwereld is het milieu waarin een kind opgroeit en de belevingswereld is de wereld vanuit kinderperspectief (Taalalert, onbekend). Social media liggen nu eenmaal in deze leef- en belevingswereld (kijk maar naar de cijfers), dus als leerkracht kun je er ook niet meer omheen. Het is nu eenmaal jouw taak als leerkracht om een leeromgeving te ontwikkelen waarin het leren het beste aansluit bij behoeften, interesses en persoonlijke situatie van leerlingen (Beemt, 2014).
Het gebruik van social media leeft ook op mijn oude stageschool. Op vrijdag 21 februari heb ik in het kader van het project, social media, in groep 6/7 een les gegeven over het gebruik en de gevaren van social media. Aan de hand van een Prowise presentatie (Prowise, 2013), een online presentatieoplossing, heb ik de kinderen meegenomen in de wereld van social media. Mijn eerste vraag aan de kinderen was: wat zijn social media nou eigenlijk? Ik vond het opvallend dat de kinderen veel voorbeelden van social media noemden (en ze kenden er veel), maar in het begin het doel van social media achterwegen lieten. Na een aantal gerichte vragen kwam er een mooi antwoord van een jongen uit de klas: "Social media zijn allemaal 'programma's' waarmee je kunt communiceren met anderen.". Met dit antwoord ging ik verder en ik legde uit dat je met social media contact kon hebben met andere via de computer, of moeilijker gezegd: 'Social media zijn media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt.' (Jong, onbekend).
Na het bespreken van het doel van social media ging ik verder met het bespreken van de mogelijkheden van social media. Ik liet de kinderen weer eerst zelf nadenken en ik liet ze reageren op de stelling: er moet op school meer gebruik worden gemaakt van social media? Omdat deze school geen beschikking heeft over tablets, heb ik ervoor gekozen om de stelling op de ouderwetse manier te laten beantwoorden (met de handen). De resultaten heb ik in een scorebord op het bord gezet. Het mooie was dat de meeste kinderen vonden dat social media niet in de klas ingezet hoefden te worden, je maakte er immers thuis gebruik van. Mijn conclusie was dan ook dat de kinderen niet goed wisten wat je allemaal met social media kon. Als voorbeeld heb ik toen Minecraft erbij gehaald, ook een vorm van social media. Een artikel uit Jong geleerd 2.0 (2013) leerde mij dat kinderen met Minecraft, een virtuele wereld waarin je kunt bouwen met blokken, veel vaardigheden leren. Kinderen zouden namelijk technisch, creatief, oplossingsgericht en sociaal aan het werk zijn. Veel kinderen spelen het spel, zo ook heel groep 6/7. Ik vond het daarom ook een mooi voorbeeld om de mogelijkheden van social media te laten zien. Ik vertelde de kinderen dat in Zweden Minecraft als vak wordt gegeven, de kinderen moesten daar bijvoorbeeld de school nabouwen. Aan de hand van dit voorbeeld heb ik meerdere voorbeelden van het gebruik van social media uitgelegd. Na het bespreken van dit kopje heb ik de kinderen nog een keer de stelling laten beantwoorden. Nu vonden meer kinderen dat social media meer gebruikt moesten worden in de klas. Als ik vroeg waarom kreeg ik reacties als: "Je kunt er van leren door met elkaar informatie uit te wisselen.", "Kijk maar naar Minecraft, daar ben je heel creatief en technisch aan het werk." en "Het is niet alleen maar leuk, maar ook leerzaam als je het maar goed gebruikt.". Mijn doel van dit kopje was bereikt: de kinderen hadden iets meer zicht op de mogelijkheden van social media.
Het derde belangrijke punt over social media wat ik wilde aankaarten waren de gevaren van social media. Voor dit punt had ik een Fakebook gemaakt. Dit is een nep Facebook-account waarop je informatie, filmpjes en afbeeldingen met elkaar kunt delen. Dit account kun je in zijn geheel afschermen voor de buitenwereld. Het kan in de klas gebruikt worden om te praten over privacy en veiligheid op het Internet (Beemt, 2014). Ideaal dus voor mijn les over de gevaren! Mijn Fakebook-account stelde ik samen aan de hand van de voornaam en achternaam van de leerkrachten. Ik liet de kinderen in tweetallen bekijken en bespreken wat je niet zomaar op facebook kan zetten. De kinderen gingen hiermee meteen aan de gang! De kinderen hadden al snel wat dingen gevonden. Na een aantal minuten bespraken we de gevonden antwoorden op het digibord. De kinderen waren super betrokken en wilde allemaal als eerste zeggen wat je niet op Internet kunt zetten. |
De antwoorden die aan bod kwamen:
- Geen adresgegevens op Internet en vooral niet zeggen dat je op vakantie gaat. Zo maak je het inbrekers wel heel gemakkelijk.
- Geen vreemde foto's van jezelf op Internet zetten. Wat je op Internet zet is maar moeilijk te verwijderen.
- Niet dreigen. Let op wat je op Internet zet, ga absoluut niet dreigen met bepaalde dingen, de politie weet namelijk niet of je het echt wil doen of dat het een grapje is.
- Niet pesten. Het is makkelijk om iemand via het Internet uit te lachen of te schelden, maar het is o zo zwak!
Het bespreken van deze antwoorden leverde een mooi gesprek op. De kinderen waren verbaasd dat mensen zoveel op het Internet zetten. "Die mensen zijn echt een beetje dom", aldus een kind. Ik vond het mooi dat ze zo betrokken en verbaasd waren, ik denk dat ze nu beter nadenken over de gevolgen wanneer je iets op Internet plaatst.
Als laatste bespraken we nog een aantal voorbeelden van social media. Hier wisten de kinderen al veel over te vertellen. Social media is een project op mijn oude stageschool en het gaat dan ook zeker terugkomen. Ik verklapte aan de kinderen dat we na de carnavalsvakantie verder gingen met het project, maar wat we dan precies gaan doen hield ik nog even geheim!
Ik vond het bespreken van social media leuk om te doen. Aan de reacties van de kinderen te merken vonden zij het ook interessant (de leerkracht beaamde dit). Kinderen wegwijs maken op het net is nu eenmaal belangrijk, want zoals Antoine van den Beemt (2014) al zei: Kinderen zijn technologiegericht, maar nog niet altijd technologievaardig.
- Geen adresgegevens op Internet en vooral niet zeggen dat je op vakantie gaat. Zo maak je het inbrekers wel heel gemakkelijk.
- Geen vreemde foto's van jezelf op Internet zetten. Wat je op Internet zet is maar moeilijk te verwijderen.
- Niet dreigen. Let op wat je op Internet zet, ga absoluut niet dreigen met bepaalde dingen, de politie weet namelijk niet of je het echt wil doen of dat het een grapje is.
- Niet pesten. Het is makkelijk om iemand via het Internet uit te lachen of te schelden, maar het is o zo zwak!
Het bespreken van deze antwoorden leverde een mooi gesprek op. De kinderen waren verbaasd dat mensen zoveel op het Internet zetten. "Die mensen zijn echt een beetje dom", aldus een kind. Ik vond het mooi dat ze zo betrokken en verbaasd waren, ik denk dat ze nu beter nadenken over de gevolgen wanneer je iets op Internet plaatst.
Als laatste bespraken we nog een aantal voorbeelden van social media. Hier wisten de kinderen al veel over te vertellen. Social media is een project op mijn oude stageschool en het gaat dan ook zeker terugkomen. Ik verklapte aan de kinderen dat we na de carnavalsvakantie verder gingen met het project, maar wat we dan precies gaan doen hield ik nog even geheim!
Ik vond het bespreken van social media leuk om te doen. Aan de reacties van de kinderen te merken vonden zij het ook interessant (de leerkracht beaamde dit). Kinderen wegwijs maken op het net is nu eenmaal belangrijk, want zoals Antoine van den Beemt (2014) al zei: Kinderen zijn technologiegericht, maar nog niet altijd technologievaardig.
- Beemt, van den A., (2014). Leren met interactieve media. Assen: van Gorcum.
- Jong, de T,. (onbekend). Social media. Tilburg.
- Kennisnet, (2012). Nieuwe cijfers sociale media 8 tot 18-jarigen. Zoetermeer.
- Pijpers, R., (2013). Jong geleerd 2.0: Minecraft. Zoetermeer.
- Prowise, (2013). www.prowise.com. Budel.
- Taalalert, (onbekend). www.taalalert.nl.